Gow with the flow

Elly van WijnbergenFragmenten

Het fascineert me telkens weer dat de voorzienigheid mijn agenda als vanzelf lijkt aan te passen aan een bepaalde situatie.

Als ik bijv. een week te druk heb ingepland aangaande onvoorziene omstandigheden bellen er altijd wel één of meerdere cliënten om hun afspraak te verzetten. Het lijkt zichzelf te regelen. Maar ik moet het daarom niet gaan forceren. Ik moet niet gaan denken dat ik maar wat aan kan plannen, omdat het zich vanzelf wel weer regelt. Nee, ik moet blijven passen, meten en denken dat het anders niet goed komt.

Neem nou vorige week. Wij zaten met smart te wachten op de eerste tekenen van de op handen zijnde geboorte van onze tweede kleinzoon. Het liet maar op zich wachten, want de natuur had een andere datum gepland dan de verloskundige. Ook mijn agenda liet weinig ruimte zien op korte termijn. ‘Mmh…’, dacht ik, ‘Verdacht…’ En dan had ik ook nog die docentenvergadering op vrijdag die ik eigenlijk niet verstek kon laten gaan. Ik nam mij voor het maar te nemen zoals het komt omdat altijd overal wel een mouw aan passen is.

Die week belt niemand af en verloopt alles volgens de planning.
Op donderdagmiddag gaat de telefoon.
‘Elly, de vergadering gaat morgen niet door omdat twee docenten zijn verhinderd.’
Ik bel mijn schoondochter.
‘Goed nieuws M., volgens mijn agenda komt het morgen. Dus tot vannacht dan, of morgen,’ zeg ik wat lakoniek. ‘Als dat zou kunnen,’ lacht M. Ze wil het maar al te graag geloven.

Die nacht om vijf uur beginnen de weeën. Vrijdagochtend 14 juli 2006 om 10:48 uur is de geboorte van onze tweede kleinzoon een feit in de geschiedenis. En natuurlijk denk je dan even niet meer aan werk en een agenda. Maar… de voorzienigheid blijkbaar wel. Cliënt na cliënt belt op om zijn/haar afspraak vanwege eigen onvoorziene omstandigheden door te schuiven. Ook de wekelijkse zweefmolendialoog met schrijver Kluun schuift dit keer een weekje op. (Op zijn site kunt u lezen waarom.)
Ik kan dus deze week ongestoord volop genieten.
‘Oma is weer in love,’ zegt M. als ik het kleintje weer bewonder in mijn armen.